Ondanks dat werkgevers niet altijd blij zijn met de vakanties van hun werknemers, blijkt uit onderzoek dat wie niet regelmatig op vakantie gaat vaker ziek wordt en zelfs meer kans heeft op vroegtijdig overlijden.
Het is dus van groot belang dat uw werknemers op vakantie gaan! Maar hoe zit het ook alweer met de verjaring van vakantiedagen?
Er bestaan wettelijke vakantiedagen en bovenwettelijke vakantiedagen.
Wettelijke vakantiedagen
Het wettelijke aantal vakantiedagen per jaar is vier maal het aantal werkdagen per week. Bij een fulltime dienstverband heeft een werknemer dus minstens recht op 20 vakantiedagen per jaar (4 x 5 dagen).
Werknemers dienen hun wettelijke vakantiedagen binnen zes maanden na het opbouwjaar op te nemen. Dus de vakantiedagen van 2017 dienen uiterlijk 1 juli 2018 te zijn opgenomen. Gebeurt dat niet, dan vervallen deze vakantiedagen.
Een kanttekening is dat de wettelijke vakantiedagen niet komen te vervallen als er geen mogelijkheid bestond om deze dagen op te nemen.
U bent niet verplicht om uw werknemer in te lichten over het vervallen van hun vakantiedagen, maar dat is uiteraard wel zo netjes. Veel werkgevers kiezen er voor dit te vermelden op de loonstroken.
De bovenwettelijke vakantiedagen
De vakantiedagen die een werknemer krijgt boven de wettelijke vakantiedagen betreffen de bovenwettelijke vakantiedagen.
De bovenwettelijke vakantiedagen vervallen pas na vijf jaar. Bovenwettelijke dagen die zijn opgebouwd in 2017 vervallen dus pas op 31 december 2022.
Als werkgever is het dus belangrijk voor uw werknemers bij te houden wanneer de vakantiedagen zijn opgebouwd en wanneer en hoeveel er zijn opgenomen. Zo kunt u bij het afboeken van de vakantiedagen goed bepalen wat voor uw werknemer het meest gunstigst is.